Student
Achtergrond
Studentenleven

‘Na elf uur geen vrouwen in de kroegzaal’

Studentenvereniging KSV Franciscus viert dit jaar haar 105de verjaardag. Resource sprak met de huidige praeses, Matthijs Verburg (21), en de vice-praeses van 1965, Harry Geenen (75). Over meisjes in de kroegzaal, ontgroenen en de luxe van zeven jaar studeren.
Linda van der Nat

Foto’s Sven Menschel en archief KSV

Wat hield het bestuur van KSV vijftig jaar geleden bezig?

Harry Geenen

: ‘Wij hadden in 1965 een noviteit: een dame in het bestuur. KSV was een mannenvereniging. Er was wel een aparte vrouwenvereniging, dat was een soort onderafdeling van KSV. De dames waren een beetje half lid. Na elf uur ’s avonds mochten ze ook niet meer in de kroegzaal komen. Als het tegen elven liep, zongen de jongens: “Kleine meisjes gaan slapen, kleine meisjes naar bed”, net zolang tot de dames de sociëteit verlieten. Het bestuur bestond uit mannen, dat was gebruikelijk. Maar in 1964 hebben ze een vrouw gevraagd voor de functie van secretaris; er was blijkbaar geen geschikte man te vinden. Een vrouw secretaris noemen, dat gebeurde in die tijd absoluut niet, maar de vrouw in kwestie wilde ook geen secretaresse genoemd worden. Daarom zijn we toen overgegaan op de Latijnse namen voor de bestuursfuncties en werd zij de eerste abactis. Zij heeft toen ook gezegd: “Ik zit verdorie in het bestuur en dan mag ik ’s avonds niet in de kroegzaal komen, dat kan niet.” Dus toen zijn de regels aangepast. Dat leverde nog wel een hoop discussie op, maar dat is altijd zo als er binnen een vereniging iets verandert.’

Matthijs Verburg

: ‘Voor mij is het vanzelfsprekend dat vrouwen gewoon meedraaien in de vereniging. Er worden tegenwoordig meer vrouwen dan mannen lid. Het bestuur is ook altijd ongeveer fifty-fifty en we hebben ook vrouwelijke praesides gehad. Wat ik wel merk, vooral nu ik in het bestuur zit, is dat mensen inderdaad snel weerstand bieden als je iets verandert. Maar dat is ook nuttig, want het dwingt je om nog beter naar je plannen te kijken.’

Hoe zag het verenigingsleven er in 1965 uit?

Geenen:

‘Studenten woonden in mijn tijd niet in studentenhuizen of -flats zoals nu, maar in particuliere woningen bij een hospita. Daar mocht je meestal niet koken, dus voor je warme maaltijd was je aangewezen op de mensa’s van de studentenverenigingen. Studenten waren daardoor zeker vijf dagen per week op de sociëteit te vinden. 95 procent van de studenten was mede om die reden lid van een vereniging. Bovendien was het enige vermaak in Wageningen bij de studentenverenigingen; er waren weinig kroegen. Daardoor stond de sociëteit meer centraal. Dáár had je je afspraken en contacten.’

Verburg:

‘Nu zijn er veel meer alternatieven. Er zijn wel leden die heel erg begaan zijn met de vereniging en die meerdere keren per week komen, maar er zijn ook leden die niet de behoefte hebben om regelmatig hier te zijn. Studenten hebben nu ook de mogelijkheid om op hun kamer of afdeling te koken. Wij hebben onze mensa afgelopen zomer flink verbouwd. De keuken was veel te groot voor het aantal mensen dat komt eten. Wat ook is veranderd, is de instelling waarmee studenten hier komen. Ze moeten heel erg snel hun studie erdoorheen jassen en willen ook zoveel mogelijk carrièregerichte activiteiten doen om op hun cv te zetten.’

Zeven jaar over je studie doen, was heel gewoon

Geenen:

‘Als je in mijn tijd zeven jaar over je studie deed, was dat heel gewoon. Het eerste jaar je propedeuse halen was belangrijk, maar daarna was het normaal dat je allerlei nevenactiviteiten ging doen.’

Hoe ging het eraan toe bij de ontgroening in de jaren zestig?

Geenen:

‘Ik was eerst in militaire dienst geweest en kwam op mijn 21ste bij KSV. En dan word je geklooid door jongetjes van 18 die de baas over je gaan spelen. Ik had daar ontzettend veel moeite mee, want ik vond het zo kinderachtig. In mijn tijd werden de jongerejaars nog kaalgeschoren. Ze moesten over de grond tijgeren en er werd bier naar ze gegooid. Het ging op zo’n vernederende manier, ik vond dat echt op het randje van hoe je met mensen omgaat. Ik heb er nu nog steeds moeite mee als ik mensen uit mijn ontgroeningstijd tegenkom. Ik snap nog steeds niet dat je zo… sadistisch haast, bezig kunt zijn.’

Verburg:

‘Tegenwoordig wordt de ontgroeningstijd strak gereguleerd. De universiteit wil dat er een draaiboek is waarin onder andere staat dat de kandidaat-leden genoeg slaap krijgen.’

In 1965 werd de eerste steen gelegd van de huidige sociëteit aan de Stadsbrink. Hoe staat het gebouw er vijftig jaar later voor?

Verburg:

‘Drie jaar geleden moest het balkon gesaneerd worden en de verbouwing van de mensa afgelopen zomer was ook een flinke investering. De komende jaren moeten we bijhouden hoe het er financieel voorstaat en of we het kunnen volhouden om hier te blijven zitten.’

Geenen:

‘In onze tijd hield het bestuur zich absoluut niet met het gebouwbeheer bezig, dat deed een bouwcommissie. Voor de verhuizing zaten we in de voormalige pastorie aan de Heerenstraat, die huurden we waarschijnlijk voor niks. Het was een uitgeleefd gebouw, er werd geen cent ingestopt. Het nieuwe pand moest een robuust gebouw zijn. De lampen zijn bijvoorbeeld allemaal ontworpen zodat je eraan kunt hangen.’

Verburg:

‘Zo zijn we bij onze verbouwing ook te werk gegaan. De aannemer kwam langs met een aantal voorbeeldvloeren en we hebben met sleutels en ijzeren pinnen getest hoe snel we die kapot konden krijgen. Er was maar één vloer die het volhield. Die is het geworden.’

Lustrum

Om haar 21ste lustrum te vieren, houdt studentenvereniging KSV Franciscus op vrijdag 18 maart een Electric Run door het Binnenveld: een hardloopevenement met muziek langs lasershows en lichtinstallaties. De Run is open voor iedereen. Meer weten over de Electric Run of andere lustrumactiviteiten? Kijk op lustrum.ksvfranciscus.nl of stuur een mail naar secretarisluco@ksvfranciscus.nl.

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.