Wetenschap

Veen kan wel tegen klimaatstootje

Venen in de koude noordelijke gebieden kunnen veel beter tegen klimaatverandering dan gedacht. Kleinschalige processen bufferen het effect van droogte, laat promovendus Jelmer Nijp zien.
Roelof Kleis

Venen spelen een belangrijke rol in de koolstofcyclus. Eenvijfde deel van alle koolstof in de bodem zit in veenpakketten. Dat deel is even groot als de helft van de hoeveelheid koolstof (in de vorm van CO2) in de atmosfeer. Venen zijn daarmee belangrijke koolstofmagazijnen. Maar blijft die opslagfunctie in stand als het klimaat verandert? Jelmer Nijp promoveert vandaag op een studie naar het effect van veranderde regenval op venen.

Het grootste deel van de venen ligt in koude gebieden in het noorden. Door het opwarmende klimaat zal het in die gebieden minder vaak maar wel intenser gaan regenen. Voor de groei van venen en dus voor de opslagcapaciteit van koolstof kan dat grote gevolgen hebben. Veenmossen, de belangrijkste plant in de noordelijke venen, zijn sterk afhankelijk van debeschikbaarheid van water in met name de bovenste 5-10 centimeter dikke toplaag. Hoe reageert die laag op klimaatverandering?

Nijp en collega’s namen de proef op de som door in een klimaatkamer verschillende soorten veenmossen bij verschillende grondwaterstanden bloot te stellen aan verschillende regenregiems. De totale hoeveelheid regen per proef verschilde daarbij niet, maar wel het interval tussen de buien en de hoeveelheid per bui. Het resultaat was wisselend. Sommige soorten veenmos groeien beter als het vaker regent, andere juist niet. Dat is onder gecontroleerde omstandigheden in een klimaatkamer, maar hoe werkt het buiten in het veld?

Om die vraag te beantwoorden legde Nijp een 11-jarige reeks CO2-meetgegevens van een veen in Zweden naast de meteorologische waarnemingen. Daaruit bleek precies het tegenovergestelde: hoe vaker het regende, hoe minder CO2 het veen opnam. ‘Dat was, gezien ons experiment, totaal onverwacht’, zegt Nijp. Maar een verklaring was snel gevonden. ‘Regenwolken verlagen de hoeveelheid licht dusdanig dat de CO2-opname door veenmos afneemt. Licht heeft een groter effect op de CO2-opname dan de vernatting door regen.’

Dit soort processen wordt meestal verwaarloosd in grootschalige klimaatmodellen

Jelmer Nijp

Buien verlagen de koolstofopname door veenmossen volgens Nijp met een kwart. Droogte daarentegen is ogenschijnlijk een minder nijpend probleem. Het veen beschermt zich tegen droogte door te krimpen. ‘Min of meer als een spons’, legt Nijp uit. Als de grondwaterspiegel daalt, krimpt het veen en vice versa. Nijp: ‘Zwel en krimp stabiliseren zo de vochtvoorziening van veenmossen. In dit soort veensystemen kan dat wel zo’n acht centimeter schelen.’ Veen is daardoor veel beter bestand tegen klimaatverandering dan gedacht.

Nijp heeft die effecten op microniveau doorgerekend met simulatiemodellen. Het resultaat is bemoedigend. ‘Noordelijke venen kunnen beter tegen droogte dan gedacht. Kleinschalige processen die vocht voor veenmossen reguleren spelen een belangrijke rol in de CO2-opslag van venen. Maar dit soort processen wordt meestal verwaarloosd in grootschalige klimaatmodellen. En dat is dus onterecht. Juist die kleinschalige processen moeten worden meegenomen.’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.