De Burlenburgh

Het studentenhuis de Burlenburgh, afgeleid van het woord Burle, de roep van een mannelijk hert in de bronst.
De Burlenburgh. Still uit de gelijknamige documentaire door Britt van Mechelen en Job van Dijk

Laatst belde er een vrouwelijke student die hier wilde komen wonen. Dan moet ze eerst lid worden van Ceres en moet ze zich laten ombouwen tot man, vertelt Harro de Vries. Hij woont in het studentenhuis De Burlenburgh, afgeleid van het woord burle, de roep van een mannelijk hert in de bronst. Aan de muren van de hoge hal prijken dan ook jachttrofeeen. Het is een statig, sober huis. Aan de plafonds hangen kroonluchters en elk van de acht bewoners kan zich nestelen voor zijn eigen open haard. Onder Wageningers staat de witte villa aan de Geertjesweg bekend als Villa Sanoer

Ondanks de tamelijk frisse ochtendlucht drinkt een groepje bewoners koffie op een terrasje aan de rand van een fraai ontworpen vijver in de tuin van meer dan drie hectare. De Vries: Toen ik hier vier jaar geleden kwam wonen dronken we pas rond een uur of tien koffie, maar met die verhoogde studiedruk is dat stipt half negen geworden. Dan loopt de eigenaar met grote passen door het huis en bast: koffie, koffie. Dat doet hij al jaren en niemand die hier gewoond heeft zal het vergeten. Maar de ochtendkoffie is geen verplichting. Maarten Roest Crollius: Als je vriendin bij je ligt, kom je gewoon niet.

Eigenaar Robert Best kwam al in 1947 in Villa Sanoer wonen, toen hij zijn studie in Wageningen begon. De villa was destijds nog een pension. In 1972 werd De Burlenburgh een officieel studentenhuis en in 1980 kocht Best de villa. De Vries: Hij vindt studenten om zich heen blijkbaar wel leuk. Hij zit er tenminste erg achteraan als er nieuwe huisgenoten moeten komen. Maarten Roest Crollius reageert: Wij zijn zijn gezelligheid. Veel van de verhalen waarmee wij thuiskomen moet hij door de jaren heen al twintig keer gehoord hebben, maar hij vindt het leuk. Giel ten Have: En wij vinden het ook leuk omdat hij veel wijsheid in pacht heeft: hij heeft plantenteelt en ontwikkelingseconomie gestudeerd en is gepromoveerd in de rijstteelt.

Achteroverleunend in een tuinstoel verhaalt Robert Best: De villa is gebouwd door ene De Vries. Hij was kapitein op de koopvaardij naar Indonesie. Hij moet zijn fortuin vergaard hebben in de handel, want op de koopvaardij verdiende men in die tijd niet veel. Deze man leed op een kwade dag schipbreuk voor de kust van Bali. Vissers uit het dorpje Sanoer hebben hem gered, waardoor hier op de gevel de naam Villa Sanoer prijkt.

Zijn ogen dwalen door zijn tuin, langs de kleine heuvels in de verte, de rododendrons en de beeldhouwwerken in de buurt van de vijver. In die tijd studeerde de zoon van een kennis van De Vries landschapsarchitectuur in de school van Eduard Andree. Eduard Andree was de man die de klassieke Franse tuinarchitectuur en de Engelse landschapsarchitectuur tot een harmonisch concept verenigde. Hier pauzeert Best, alsof beelden uit vervlogen tijden hem weer helder voor de geest staan. Eens in de vijf jaar ging De Vries op verlof naar Nederland, via een route door Italie. Hij raakte erg gesteld op de tuinen in dat land.

Dus de zoon van die kennis van De Vries ontwierp deze tuin in de stijl van Eduard Andree, verheldert bewoner Harro de Vries later. En vanwege de reizen van De Vries door Italie vind je er ook Italiaanse invloeden in terug.
Door de jaren heen is de tuin in verval geraakt, maar Best is tegenwoordig bijna hele dagen in de tuin bezig om hem in zijn oorspronkelijke staat te herstellen. De Vries: Dat is zowat zijn levenswerk. Daarom hebben we Robert vorig jaar voor zijn verjaardag een antiek exemplaar van het standaardwerk van Eduard Andree gegeven. Daar was hij eindeloos blij mee.

Soms loopt een verrassing voor Best uit de hand: begin jaren tachtig verrasten de bewoners Best een keer met een rijsttafel. Sindsdien is de rijsttafel een jaarlijks terugkerende traditie, die een week voorbereiding vergt. Roest Crollius: Twee jaar geleden zaten we met tachtig man in huis. Alle benedenkamers waren toen leeggehaald. De Vries: Dit jaar hadden we zo’n honderd gasten. Het begint uit de klauwen te lopen, want met honderd man moet het echt mooi weer zijn. Die kun je in huis niet meer kwijt.

Traditie is ook het tuinfeest voor twee a driehonderd mensen, evenals de jaarlijks terugkerende winterreceptie, zomerreunie en herfstwandeling. Roest Crollius: En een voorjaarswandeling zit er soms ook wel in. Voor veel van de traditionele evenementen worden oud-bewoners uitgenodigd. En dat levert soms wat op. Zo chauffeurt Roest Crollius een oude bewoner. Dat is gewoon bijverdienen. Het is niet zo dat we bijvoorbeeld gratis schuurtjes schilderen voor oud-huisgenoten.

De bewoners hebben ook tradities in de omgang met elkaar. Als er iemand jarig is krijgt die bijvoorbeeld om twaalf uur ‘s nachts champagne. En het soort cadeau ligt vooraf vast. De Vries: We geven elkaar altijd wat functioneels. Bijvoorbeeld een broodrooster, schoonmaakmiddel of een wc-borstel Roest Crollius reageert: En wie niet schoonmaakt moet betalen in een whiskysoort die we nog niet hebben. Dat valt niet mee, want de studenten hebben inmiddels al meer dan tweehonderd soorten whisky verzameld. De Vries: We zitten nu bij de duurdere maltwhisky’s. Maar als je geluk hebt vind je een goedkope soort die we nog niet hebben. Mijn vader is een echte whiskyliefhebber. Als hij hier komt en door de kamer loopt waar al die dure flessen staan, schudt hij zijn hoofd. Dat wij die allemaal hebben, vindt hij niet gaaf.

Als De Vries na de koffie langs de keuken loopt, toont hij trots de parasolzwammen die op de keukentafel liggen. Die komen uit de tuin en die kun je eten. We hebben ook een moestuin. Maar het enige wat daar tot nu toe heeft gegroeid, zijn eindeloos veel stronken rabarber. Daar zijn al heel wat moeders mee blijgemaakt.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.