Zo’n tachtig procent van de jongeren doet weleens een drankje, blijkt uit cijfers van het RIVM, het Trimbos Instituut en statistiekbureau CBS. De gegevens komen uit gezondheidsenquêtes die vanaf 2022 tot en met 2024 werden afgenomen.
Het aantal drinkers is daarmee zes procentpunt gedaald ten opzichte van het vorige onderzoek over 2015/2017. Toen zei 86 procent van de jongeren tussen de 18 en 25 jaar alcohol te drinken. Onder universitaire studenten wordt nog altijd het meest gedronken: negentig procent. In het hbo is dat 86 procent.
Zware drinker
Het aandeel ‘zware drinkers’ onder jongeren daalt echter nauwelijks. Zware drinkers zijn mensen die minstens één keer in de week zes glazen (mannen) of vier glazen (vrouwen) alcoholische drank nuttigen. Een kwart van de studenten in het hoger onderwijs voldoet aan deze definitie.

Langdurig en frequent alcoholgebruik brengt meer risico’s met zich mee dan alleen een zware kater: het kan bijvoorbeeld leiden tot schade aan de hersenen of de lever. Om die reden sloten eind 2018 een reeks aan partijen, waaronder de overheid, onderwijsinstellingen en zelfs bierbrouwers, het Nationaal Preventieakkoord.
Een glas per dag
Een van de doelstellingen van dat akkoord is om het aantal overmatig drinkende studenten te halveren. Dat is tot nu toe dus niet gelukt. Daarentegen houden wel steeds meer studenten zich aan de richtlijn om niet of maximaal een glas per dag te drinken. Ongeveer een kwart van de universitaire eb eenderde van de hbo-studenten houdt zich hieraan.