In 2000 liep hij ‘m zelf en sindsdien werkte hij ieder jaar mee aan de organisatie van de AID. Sjef Moling zag de Wageningse introductieweek groeien van 600 naar 2500 deelnemers en de crew van 30 naar 220 vrijwilligers. ‘Ik geniet ervan om nieuwe studenten een goede start in Wageningen te geven.’ Dit jaar geeft hij het stokje door.
‘Is er al nagedacht hoe de AID-lopers van de dijk naar het straattheater komen?’ vraagt Moling.
Student: ‘Je hebt die steltlopers toch? Kunnen die niet wegwijzen?’
Moling: ‘Het is een takke-eind lopen van de kleedkamers naar de dijk, en dan moeten ze op stelten de dijk op lopen. Kunnen we niet gewoon iets met wegwijsbordjes doen?’
Het is eind mei, ergens in een lokaaltje in Forum. De studenten van het AID-bestuur scrollen door het Excel-bestand ‘VeelTeGrootOnhandigMoeilijkDraaiboek.xlsx’ terwijl ze hun plannen voor de introductieweek presenteren aan Sjef Moling en zijn opvolger Maartje Kragtwijk. Terwijl de studenten praten over wat er precies is afgesproken, wie wat doet en wat nog moet worden geregeld, worden ze om de haverklap onderbroken door vragen van Moling en Kragtwijk.
‘Wat is jullie definitie van hitte?’, vraagt Moling bijvoorbeeld, zodra het hitteplan ter sprake komt. ‘Eeeehhhh…’, klinkt het. ‘Dat moet straks wel duidelijk zijn voor de crew’, zegt Moling. ‘Zodat ze weten wanneer ze de plannen moeten omgooien.’
‘Oooooh deze meeting’, zucht een van de studenten.
Van deelnemer naar kartrekker
Het is een kwart eeuw geleden dat Moling – tegenwoordig adviseur veiligheid bij team Student Life, Wellbeing and Inclusion – zelf AID-loper was. Dat hij zou uitgroeien tot ‘Sjef AID’ wist hij toen nog niet. Hoe was zijn eigen introductieweek destijds?
‘Ik werd door mijn ouders bij Unitas afgezet. Je begon de introweek toen nog bij een van de verenigingen. Ik dacht: in wat voor wereld ben ik nou terechtgekomen? Die week heb ik in Wageningen op plekken gefietst die ik daarna nooit meer heb kunnen terugvinden. En Green Lizard trad op in het stadion op de berg; iemand uit mijn groepje was een grote fan. Het was een geweldige week. Het jaar erop, in 2001, ben ik gaan helpen met organiseren. Het was zo gezellig dat ik nooit meer weg ben gegaan.’
Toen ik begon, organiseerden we de AID met z’n dertigen; nu zijn er 220 vrijwilligers
In 2005 trad Moling als student Biotechnologie toe tot het AID-bestuur. Toen er het jaar daarop te weinig mensen waren om een nieuw bestuur te vormen, ontstond het idee een WUR-medewerker aan te stellen om de continuïteit van de AID te waarborgen. ‘Dat plan kwam niet gelijk van de grond’, vertelt Moling. ‘Maar toen in 2010 een student uit het AID-bestuur in het ziekenhuis belandde omdat hij te veel hooi op de vork had genomen, zei de rector: dit moet anders.’
In 2010 werd Moling, inmiddels promovendus Moleculaire Biologie, aangesteld als projectleider AID, samen met Rolf Marteijn, opleidingsdirecteur Voeding en Gezondheid en al sinds 1995 betrokken bij de organisatie van de AID. Vijf jaar lang bestierden ze samen de introductieweek. ‘We hebben een grote professionaliseringsslag gemaakt. Veiligheid, budgetten, draaiboeken – alles werd strakker geregeld. Dat was ook nodig: in 2000 waren er 600 deelnemers, maar in 2009 al 1500. En in 2019 zelfs 2500.’
In 2015 stopte Marteijn, en zijn opvolger bleef maar kort. ‘Daar is nooit iemand voor teruggekomen’, zegt Moling. ‘Sindsdien ben ik in m’n eentje projectleider, al doet Rolf nog steeds veel voor de AID.’
Altijd aan
Moling: ‘Tijdens de AID-week sta ik constant ‘aan’. Als er iets gebeurt, zoeken ze mij. Ook als ik slaap, kan de telefoon gaan. Het is mooi, maar ook vermoeiend.’
Echt grote incidenten zijn er in al die jaren niet geweest, zegt Moling. ‘We hebben twee keer meegemaakt dat een AID-loper een psychose kreeg. Heftig als je toevallig in dat groepje zit, maar de meeste AID-lopers merkten er gelukkig niks van.’ Daarnaast was de coronacrisis een bijzondere tijd. ‘De regels veranderden constant, bijvoorbeeld met hoeveel mensen je mocht samenkomen. Uiteindelijk hebben we toch wat activiteiten kunnen organiseren, zoals een sportdag, een fietstocht en zelfs een festival met vaste zitplaatsen.’
Loslaten
Molings opvolger Kragtwijk draaide in 2024 voor het eerst mee als projectleider. ‘Maartje heeft in 2015 in het AID-bestuur gezeten. Ze heeft ervaring met coachen en ik hoop dat ze er met haar marketingachtergrond (ze werkte onder meer voor Newcraft en Oak in Amsterdam) voor kan zorgen dat straks alle nieuwe studenten meedoen aan de AID, dat zou geweldig zijn. Nu zitten we meestal rond de 90 à 95 procent.’ Ook vindt hij het tijd voor een frisse blik op de organisatie, zegt Moling. ‘Toen ik begon, organiseerden we de AID met z’n dertigen. Tegenwoordig zijn er 220 vrijwilligers. Je wilt uit iedereen het beste halen, maar met zo’n grote groep is dat moeilijk.’
In augustus is Moling nog één keer ‘Sjef AID’. ‘Maar Maartje zit aan het stuur, ik volg haar. Ik doe nog wat met techniek en veiligheid en zorg ervoor dat ze alles weet wat ze wil weten.’ Elk jaar is het weer magisch om te zien hoe maanden van voorbereiding samenkomen in één introductieweek, zegt Moling. ‘Ik geniet ervan om nieuwe studenten een goede start in Wageningen te geven.’
Anderen over het AID-afscheid van Moling

Rolf Marteijn, opleidingsdirecteur Voeding en Gezondheid en sinds 1993 (!) betrokken bij de AID
‘Toen Sjef in 2001 bij de AID-crew kwam, viel hij gelijk op. Hij had duidelijk al ervaring met evenement organiseren en pakte dingen snel op. De AID was toen nog een stuk kleiner. Als je ad hoc een podium nodig had, regelden we een platte boerenkar en een scoutingtent voor artiesten om zich om te kleden. Het was veel meer geïmproviseerd.
‘In 2010 was er, onder meer door groeiende studentenaantallen, de noodzaak ontstaan om een professionaliseringsslag te maken met de AID. Sjef en ik werden door WUR aangesteld als projectleiders. Dat hebben we vijf jaar samen gedaan. Sjef was onder meer verantwoordelijk voor veiligheid. Vroeger klommen we gewoon ongezekerd in steigers, nu is het normaal om een tuigje aan te doen en je wel te zekeren, zoals het hoort. Veilig werken is de mores geworden, en dat was ook wel nodig.
‘Sjef is een groot pleitbezorger van het belang van de AID. Toen Arthur Mol rector werd, had Sjef een oude poster van hem als AID-bestuurder opgezocht en ingelijst. Een leuk cadeau en tegelijkertijd een goede aanmoediging om zich ook als rector in te blijven zetten voor de AID.
‘Als de AID in volle gang is, hoor je Sjef vaak ‘schitterend’ zeggen. Doet een student een voorstel – zullen we dit of dat op deze manier doen? – dan hoor je ‘schitterend’ en je weet niet of het serieus of licht sarcastisch bedoeld is. Schitterend.’

Maartje Kragtwijk, projectleider AID
‘Mooi aan Sjef is hoeveel ruimte hij biedt aan iedereen om in het diepe gegooid te worden en te gaan zwemmen. Hij oordeelt nooit over wat leuk is of niet: als iemand enthousiast is over iets, dan geeft hij alle ruimte om het te organiseren, zolang het veilig en haalbaar is. Dat merkte ik al toen ik in 2015 als student Bedrijfs- en Consumentenwetenschappen zelf in het AID-bestuur zat. En nu als collega zie ik het weer. Nu Sjef er na deze AID mee ophoudt, hoop ik iets van die houding mee te nemen.
‘De AID van 2015 viel in het water: we hebben zestig uur regen gehad en moesten veel dingen afgelasten. Het hele jaar door hadden we het over de zweefmolen gehad die we hadden geregeld voor het eindfeest. Omdat dat de eerste droge dag was en we alles perfect wilden regelen voor de AID-lopers, zijn we compleet vergeten dat we nog met z’n allen in de zweefmolen wilden gaan. Een jaar later was de zweefmolen er weer. Sjef riep het oud-bestuur samen om toch nog een keer te zweven, want dat moest nog gebeuren. Ik heb Sjef nog nooit zo blij gezien als die keer met z’n allen in de zweefmolen.
‘In al die jaren is Sjef met de AID meegegroeid en vice versa. De AID zou niet hetzelfde zijn zonder Sjef, en Sjef zou niet dezelfde zijn zonder de AID. Hij is de baan geworden.’

Lars Dohmen (23), masterstudent Landscape Architecture and Spatial Planning en huidig voorzitter AID-bestuur
‘Sjef weet alles, dus voor ons als AID-bestuur is dat heel fijn. Als wij een – in onze ogen – complexe vraag hebben, heeft Sjef daar door zijn jarenlange ervaring direct een antwoord op.
‘Hij heeft ook een speciaal computersysteem gebouwd voor de AID: the base. Je kan er alles in vinden: van aantallen deelnemers tot hoeveel biertafels je nodig hebt voor een bepaald evenement. Door de jaren heen is het zo’n ongekend groot en ingewikkeld systeem geworden dat hij de enige is die er nog zijn weg in kan vinden. Nu hij stopt als projectleider, moeten we dus ook overschakelen op een ‘normaal’ systeem dat ook voor andere introductieweken en festivals wordt gebruikt.
‘Aan het einde van elke AID wordt Sjef even in het zonnetje gezet. Hij vindt dat altijd ongemakkelijk: volgens mij staat hij niet zo graag in het middelpunt van de aandacht.’