‘Onderwijs is een tanker – koersverandering kost tijd’

Arnold Bregt stopt als onderwijsdecaan.
‘Ik vind het mooi hoe we er door een samenspel van interacties in slagen om die hele onderwijsmachinerie telkens te optimaliseren en aan te passen aan ontwikkelingen in de markt, de politiek, technologische vernieuwingen zoals generatieve AI, pandemieën, enzovoort. Dat gaat ons goed af.’ Foto Duncan de Fey

Na jarenlang aan het roer te hebben gestaan van het Wageningse onderwijs, zwaait Arnold Bregt binnenkort af als onderwijsdecaan. Hij zag de studentenaantallen flink stijgen én weer dalen, hielp het onderwijs door de coronacrisis en was betrokken bij de hervorming van het herkansingsbeleid.

Nog een paar weken en de klus zit erop, maar helemaal klaar is hij nog niet. Arnold Bregt ziet genoeg uitdagingen voor het onderwijs waar zijn opvolger mee aan de slag kan. Stiekem zou hij nog best even door willen gaan met het geven van ‘strategisch advies’ aan de raad van bestuur en ervoor zorgen dat de Wageningse onderwijsmachinerie goed draait. ‘Het mooie van de functie is dat je het nooit alleen doet: je hebt iedereen nodig. Als je iets wilt veranderen, doe je dat samen met docenten, studenten, beleidsmedewerkers en ondersteuners. Ik vind het leuk om in zulke complexe groepsprocessen een rol te spelen.’

Hoe trof je het onderwijs aan toen je acht jaar geleden begon?

‘De studentenaantallen groeiden explosief. In een paar jaar tijd gingen we van zo’n 9.000 naar 13.000 studenten. Dat legde een forse druk op het systeem, want de staf was maar beperkt meegegroeid. De werkdruk van docenten was enorm en er was ook weinig fysieke ruimte.

We moeten ons als WUR veel sterker profileren naar de studiekiezer

Onze uitdaging was om ál die extra studenten onderwijs te geven en tegelijkertijd de Wageningse onderwijskwaliteit te behouden. We hebben geïnvesteerd in nieuwe huisvesting, zoals het Aurora-gebouw, en veel nieuwe docenten en onderzoekers aangenomen. Toen ik begon was de student-stafverhouding 18:1, nu is die 14:1. Dat maakt echt een verschil voor docenten.’

Nu lijken er juist veel minder studenten naar Wageningen te komen.

‘Inderdaad, nu is het beeld omgekeerd. De instroom van vwo’ers daalt, Den Haag is kritisch over internationale studenten en de concurrentie van andere universiteiten neemt toe. Vroeger moest je voor bepaalde opleidingen wel naar Wageningen toe. Die tijd is niet meer: andere universiteiten zien inmiddels ook het belang van ons domein in en bieden vergelijkbare opleidingen aan. Die erkenning is mooi, maar we moeten ervoor waken dat we niet onzichtbaar worden. In onze prognoses gingen we uit van een licht dalende instroom. Misschien hebben we niet snel genoeg gehandeld, want nu zijn er zorgen over of de instroom niet te hard daalt. We moeten ons als WUR veel sterker profileren naar de studiekiezer. Volgens studenten zijn we al twintig jaar op rij de beste universiteit van Nederland – dat moeten we vaker en luider uitspreken.’

In hoeverre is het Wageningse onderwijsaanbod vernieuwd?

‘Er zijn vijf nieuwe opleidingen bijgekomen. Bij de bachelors zijn dat Marine Sciences en straks ook Data Science for Global Challenges. Bij de masters gaat het om Biobased Sciences, Data Science for Food and Health, en MADE – Metropolitan Analysis, Design and Engineering – samen met de TU Delft.

‘Daarnaast zijn we zeven bacheloropleidingen in het Engels gaan aanbieden. Als Wageningen waren we daar vrij laat mee. Terugkijkend is dat niet zo erg, want nu worden we waarschijnlijk minder geraakt door de wet Internationalisering In Balans (waarmee het kabinet, onder andere door kritisch te kijken naar welke opleidingen in het Engels mogen worden aangeboden, de internationalisering van het hoger onderwijs in goede banen wil leiden, red.) die nu in de maak is. Althans dat hoop ik.

‘We bieden steeds meer onderwijsvormen aan, zowel binnen als buiten de curricula. Kijk bijvoorbeeld naar de extracurriculaire student challenges waar veel studenten aan meedoen. En ook onder de motorkap van het onderwijs zijn er verbeteringen. Zes jaar geleden was er bij de NVAO-visitaties kritiek op onze examencommissies. Hoewel je dat als student of docent niet direct voelt, zorgen zij er wél voor dat onze diploma’s waarde hebben. Vorig jaar zijn alle opleidingen weer gevisiteerd en deze keer kregen de examencommissies veel lof.

‘En om te zorgen dat we constant kritisch naar ons onderwijsaanbod blijven kijken, laten we nu elke drie jaar een portfolio-analyse uitvoeren. Ook daarin zijn we professioneler geworden.’

Wat is er in de afgelopen jaren het meest veranderd?

‘We zijn veel meer een masteruniversiteit geworden: circa twee derde van onze studenten is nu masterstudent. Buiten de campus is de toon in het politieke debat veranderd. Er is meer wantrouwen richting het hoger onderwijs, dat soms als elitair wordt neergezet. Dat is gevaarlijk. We moeten de verbinding met de samenleving behouden én versterken. Dat doen we al, maar daar moeten we alert op blijven.’

Hoe kijk je terug op de coronapandemie?

‘Corona had een enorme impact op het onderwijs. Wat me vooral bijblijft is de toewijding van onze docenten: in één weekend hebben ze het hele onderwijs omgegooid zodat alles online door kon gaan. Tegelijkertijd liet corona ook zien hoe belangrijk fysiek onderwijs is, de interactie en de spontaniteit van samenzijn in de collegezaal. Ook is het goed dat er in die tijd meer aandacht is ontstaan voor hoe het mentaal met de studenten gaat.’

Na corona was het herkansingsbeleid een taai dossier. Uiteindelijk werd het aantal tentamenmogelijkheden van studenten teruggebracht van drie naar twee per jaar.

‘Studenten waren kritisch en stonden niet te springen om een herkansingsmogelijkheid in te leveren. Ik vind het niet erg als mensen kritisch zijn – dat scherpt de besluitvorming en verhoogt de kwaliteit van besluiten. Na een lang proces en vele gesprekken met studenten en docenten, kwamen ze uiteindelijk samen tot een gebalanceerd beleid waar ze allebei beter van zijn worden.

Wat me van de coronacrisis vooral bijblijft is de toewijding van onze docenten

De werkdruk bij docenten is afgenomen en studenten nemen hun tentamens serieuzer, waardoor het slagingspercentage van het eerste tentamen is gestegen van 81 naar 89 procent. Het is mooi dat zo’n moeilijk dossier uiteindelijk leidt tot iets waar iedereen beter van wordt.’

Waarvan zeg je: dat is niet goed gelukt?

‘Ik denk dat we meer kunnen doen op het gebied van boundary crossing. We willen studenten opleiden tot mensen die complexe maatschappelijke problemen kunnen oplossen. Dat vraagt samenwerking over domeinen, disciplines en culturen heen. Dat gebeurt nu wel, maar naar mijn idee kan dat nog veel meer. Ik zeg weleens: educatie is evolutie. En soms gaat evolutie niet zo snel als je wil.’

Wat wel?

‘Naast mijn functie als onderwijsdecaan was ik voorzitter van de werkgroep Erkennen en Waarderen. Ook zo’n moeizaam traject waar we ruim vier jaar mee bezig zijn geweest. Maar met een goed resultaat. Waar de academische staf vroeger vooral werd afgerekend op aantallen publicaties en promovendi die ze begeleiden, is er nu meer erkenning voor onderwijs en maatschappelijke impact.

De informatie-explosie vraagt om herbezinning: hoe houden we onderwijs stimulerend?

‘Ook ben ik trots op hoe we met iedereen die bij het onderwijs betrokken is, altijd goed en relevant onderwijs zijn blijven aanbieden. Studenten, docenten, examencommissies, de raad van bestuur, Education & Student Affairs, leerstoelgroepen, opleidingsdirecteuren en ga nog maar even door: allemaal mensen met eigen rollen en doelstellingen, maar die ook van elkaar afhankelijk zijn. Samen slagen we erin om die hele onderwijsmachinerie telkens een stapje verder te brengen, te optimaliseren en aan te passen aan ontwikkelingen in de markt, de politiek, technologische vernieuwingen zoals generatieve AI, pandemieën, enzovoorts. Dat doen we goed.’

Met welke problemen moet jouw opvolger straks aan de slag?

‘We moeten bezuinigen en ik verwacht dat financiering ook in de toekomst krapper blijft, deels ook omdat de wereld verandert. De informatie-explosie – iedereen kan alles opzoeken via YouTube of ChatGPT – maakt dat studenten minder geïnteresseerd zijn in klassiek onderwijs waarbij een docent voor de klas een verhaal vertelt. Dat vraagt om herbezinning: hoe houden we onderwijs stimulerend?

‘En we moeten niet onderschatten hoe AI de klassieke pilaren van het onderwijs ondergraaft. Het schrijven van een essay of een thesis is een toets waarop je wordt beoordeeld. Hoe ga je daarmee om als studenten die toets grotendeels of volledig kunnen uitbesteden aan ChatGPT? Ik hou van techniek en zie het niet per se als een bedreiging. Maar wat betekent deze ontwikkeling voor een nieuwe generatie studenten en het onderwijs dat wij ze geven?’

Welke raad wil je je opvolger meegeven?

‘In deze functie kun je veel in beweging brengen, maar accepteer dat het langzaam gaat. Onderwijs is een tanker. Je hebt geduld en doorzettingsvermogen nodig om de koers te veranderen.’

Tot slot: wat ga je doen als je het stokje straks hebt doorgegeven?

‘De leerstoelgroep Geo-informatiekunde, waar ik nog een dag per week werk, heeft de afgelopen jaren wat minder aandacht van mij gekregen. Daar ga ik meer tijd in steken. Verder weet ik het nog niet precies. In ieder geval iets vaker een opa-dag plannen met mijn kleindochter Pippa in Breda.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.