Onderwijs en onderzoek moeten miljarden euro’s erbij krijgen, vinden D66, GroenLinks-PvdA en Volt. Maar de VVD wil juist nóg harder gaan bezuinigen, blijkt uit de doorrekening van het Centraal Planbureau.
Voor de twaalfde keer heeft het Centraal Planbureau prijskaartjes gehangen aan de verkiezingsbeloften van politieke partijen. Ook moesten de tien deelnemende partijen vertellen waar ze het allemaal van willen betalen. Het is overigens een traditie waar lang niet alle partijen aan meedoen. De PVV en de Partij voor de Dieren hebben er geen zin in en sinds de vorige keer weigert ook de SP.
Het huidige kabinet snijdt al in het onderwijs. De VVD wil hier 1,5 miljard euro aan bezuinigingen bovenop gooien, blijkt uit Keuzes in Kaart, zoals de doorrekening heet. BBB wil 300 miljoen extra bezuinigen. Andere partijen willen het gat van de bezuinigingen in elk geval kleiner maken. De christelijke partijen CDA, SGP en ChristenUnie doen er wat geld bij en NSC zit nog iets hoger. Het gaat dan om enkele honderden miljoenen euro’s.
Bezuinigingen terugdraaien
D66 wil de bezuinigingen terugdraaien door 5,1 miljard euro extra eraan besteden, nog los van uitgaven aan innovatie in de zorg of via het bedrijfsleven. Ook GroenLinks-PvdA en Volt denken in die richting: ze trekken ongeveer drie miljard euro extra uit. Van de rechtse partijen heeft vooral JA21 vertrouwen in het nut van onderwijs en wetenschap: de partij reserveert er 1,9 miljard euro voor. Hoeveel er precies naar universiteiten en hogescholen zou gaan, is niet altijd makkelijk te zien, bijvoorbeeld als partijen het budget voor alle onderwijsinstellingen willen verhogen (van basisschool tot universiteit).
De VVD wil 600 miljoen op universiteiten en hogescholen bezuinigen als ‘vertragingsbijdrage’ voor studenten die te langzaam hun diploma behalen. Omgekeerd wil de partij 200 miljoen euro reserveren als ‘kortstudeerbonus’ voor studenten die op schema afstuderen. De ChristenUnie wil het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek 600 miljoen euro erbij geven, terwijl de partij in het primair en voortgezet onderwijs wil bezuinigen op het ‘masterplan basisvaardigheden’. Dat masterplan hoeft er alleen nog maar te zijn voor zwakke scholen, vindt de partij.
Het CDA komt in het hoger onderwijs op nul uit, maar hoe? De partij wil enerzijds meer geld besteden aan het Fonds Onderzoek en Wetenschap (300 miljoen), maar anderzijds datzelfde bedrag bezuinigen. Er moeten minder internationale studenten hierheen komen, vinden de christendemocraten, en bovendien moet er ‘capaciteitsbekostiging’ in het hoger onderwijs komen. Dat laatste betekent kennelijk minder bekostigde studieplaatsen bij universiteiten en hogescholen.
Ook geld voor de basisbeurs valt onder uitgaven aan onderwijs. Daar reserveren D66 en GroenLinks-PvdA 600 miljoen euro extra voor, terwijl SGP de basisbeurs voor kinderen uit rijkere gezinnen wil afbouwen (een besparing van 200 miljoen euro) om met dat geld de aanvullende beurs te verhogen. Ook opvallend: Volt wil de basisbeurs voor thuiswonende studenten afschaffen en juist verhogen voor uitwonende studenten. Het zou dan om een verschuiving van 500 miljoen euro gaan.
Menselijk kapitaal
Meer dan voorheen probeert het CPB naar de langere termijn te kijken. In het verleden kregen de doorrekenaars namelijk de kritiek dat die lange termijn niet genoeg meewoog. Uitgaven aan onderwijs en bijvoorbeeld het wegennet leken dan ‘verloren’ geld. Dat probleem is niet helemaal weg – je weet immers niet wat precies de opbrengsten zijn – maar het rapport probeert ook iets te zeggen over bijvoorbeeld de ontwikkeling van het ‘menselijk kapitaal’ dankzij onderwijs.
Dat gebeurt met pijltjes omhoog en omlaag. Alleen bij de VVD gaat de hoeveelheid menselijk kapitaal omlaag, terwijl het bij vier partijen stijgt: GroenLinks-PvdA, D66, Volt en JA21.

Reacties
Je kunt de waarde van onderwijs en wetenschap niet zomaar met een rekenmachine vaststellen, was de kritiek van wetenschapsgenootschap KNAW op de doorrekeningen van verkiezingsprogramma’s door Centraal Planbureau. Op verzoek van het kabinet bracht een KNAW-commissie in 2023 advies uit waarnaar is geluisterd.
‘Het was een beetje raar’, zegt commissievoorzittter Mirjam van Praag, hoogleraar Ondernemerschap en Leiderschap van de Vrije Universiteit. ‘Economen weten al decennialang dat het rendement van onderwijs voor de maatschappij én voor individuen positief is. Maar het CPB liet dat niet zien en dat leidde weer tot onderinvesteringen door politieke partijen. Dat is met de nieuwe aanpak met pijltjes deels verholpen.’ Het perspectief voor de lange termijn speelt nu een rol in de doorrekening, legt ze uit. En het CPB heeft ook losgelaten dat alle maatregelen in hetzelfde rekenmodel zouden moeten passen. Sommige dingen kun je niet precies uitrekenen, maar wel weergeven.
Caspar van de Berg, voorzitter van universiteitenvereniging UNL, is enthousiast. ‘Het is een grote stap vooruit dat kiezers nu ook zien welke gevolgen de keuzes van politieke partijen hebben voor onderwijs en innovatie’, zegt hij in een persbericht. ‘Een sterke kennissamenleving is heel hard nodig om onze welvaart, veiligheid en gezondheid op peil te houden.’
Ook de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) is te spreken over de nieuwe aanpak en ziet dat de meeste partijen extra geld aan onderwijs willen besteden. ‘Uit de berekeningen blijkt dat dit zorgt voor een betere basis in Nederland’, zegt voorzitter Maaike Krom. ‘Eindelijk wordt duidelijk dat onderwijs geen last is, maar een opbrengst voor de samenleving.’ De LSVb roept studenten op om massaal te gaan stemmen. Krom: ‘We kunnen nu voorkomen dat studenten en onderwijsinstellingen over vier jaar nog grotere problemen hebben, we hebben nu meer dan ooit de kans om daar een keuze in te maken.’