Als het aan de raad van bestuur ligt, gaat het aanbod Wageningse bacheloropleidingen de komende jaren flink op de schop. Die renovatie is nodig in een snel veranderende wereld met stijgende concurrentie en dalende studentenaantallen, stelt onderwijsdecaan Dick de Ridder. ‘We gaan álle opleidingen vragen om mee te denken hoe we tot een kleiner aanbod van bredere opleidingen kunnen komen.’
De plannen komen uit een adviesrapport van de werkgroep Portfolioanalyse. Die werkgroep onderzocht hoe het Wageningse bachelor-onderwijs vitaal kan blijven in tijden van dalende studentenaantallen, stijgende concurrentie van andere universiteiten en een toenemende druk op de onderwijsfinanciering. Die vraagstukken zijn te groot om enkel met wat aanpassingen per opleiding op te lossen, stelt de werkgroep. Een van de meest in het oog springende adviezen: ga van de huidige 21 opleidingen – die soms best veel overlap hebben met elkaar en elkaar dan beconcurreren om dezelfde studenten – naar 12 tot 16 bredere opleidingen, waarbinnen studenten zich vervolgens kunnen specialiseren in verschillende richtingen. Ook adviseert de werkgroep om te stoppen met de twee opleidingen Tourism en Communicatie en Life Sciences.
De raad van bestuur onderschrijft de conclusies van het rapport, vertelt De Ridder. ‘Dat betekent dat er een proces wordt opgestart om de plannen uit het adviesrapport verder uit te werken en dus te kijken hoe bacheloropleidingen kunnen worden samengevoegd of opnieuw kunnen worden vormgegeven.’
Er is ook een analyse gedaan van de masteropleidingen, maar uit het totaalplaatje bleek dat de bacheloropleidingen de meeste aandacht nodig hadden, zegt De Ridder. ‘Daarom zijn we daarmee begonnen. Het idee is om hierna ook het masterportfolio tegen het licht te houden, maar daar wordt op dit moment nog niet aan gewerkt.’
Breder en sterker
‘Veel bacheloropleidingen krimpen,’ zegt De Ridder, ‘en daardoor komt het voortbestaan van sommige opleidingen onder druk te staan.’ Met de huidige overheidsfinanciering moeten opleidingen minimaal 63 studenten aantrekken om quitte te spelen, stelt het adviesrapport. Vorig collegejaar begonnen er gemiddeld 67 studenten per bacheloropleiding, maar bij sommige opleidingen ligt die instroom al langer een stuk lager. Ter vergelijking: landelijk ligt de gemiddelde instroom bij bacheloropleidingen rond de 140. ‘We willen toe naar minder opleidingen die sterker, breder en toekomstbestendig zijn’, zegt De Ridder. ‘Daarbij mikken we op een minimale instroom van 80 nieuwe studenten per opleiding per jaar.’
Veel bacheloropleidingen krimpen. Daardoor komt het voortbestaan van sommige opleidingen onder druk te staan.
Dick de Ridder, onderwijsdecaan
De werkgroep ziet geen toekomst voor de opleidingen Tourism en Communicatie en Life Sciences, waaraan de afgelopen jaren consistent minder dan 25 nieuwe studenten begonnen. Wel kan de expertise van deze leerstoelgroepen in bestaande of nog te vormen opleidingen worden geïntegreerd. De Ridder: ‘Dit zijn pijnlijke beslissingen voor alle mensen die bij deze opleidingen betrokken zijn. Voor Tourism gaan we in gesprek met Breda University of Applied Sciences om te kijken of ze zonder ons verder kunnen. Het besluit om met Communicatie en Life Sciences te stoppen ligt nu bij de medezeggenschap. Afhankelijk van wat die adviseert, zouden we per 1 september 2027 geen nieuwe instroom meer hebben.’ De opleiding bestaat daarna nog minimaal vier jaar, zegt De Ridder. ‘We zorgen ervoor dat studenten gewoon hun opleiding kunnen afmaken. Zo is er ook voldoende tijd om delen van deze opleidingen onder te brengen bij andere, of nog te vormen nieuwe opleidingen. Uiteindelijk is communicatie belangrijk in veel van onze domeinen.’
We willen naar minder opleidingen toe, maar het is niet de bedoeling straks minder onderwijs te hebben
Moeten mensen zich zorgen gaan maken om hun baan? ‘We willen naar minder opleidingen toe, maar het is nadrukkelijk niet de bedoeling van deze portfolioanalyse straks minder onderwijs te hebben’, zegt De Ridder. ‘Tegelijk kunnen teruglopende studentenaantallen en mogelijke effecten van bezuinigingen wel leiden tot minder geld voor leerstoelgroepen, wat op termijn ook gevolgen kan hebben voor banen. Of dat met natuurlijk verloop kan worden opgelost, is eigenlijk nog niet goed te zeggen. Dat moet de komende jaren worden uitgezocht.’
Aanpassingsvermogen
Momenteel is er vaak overlap tussen opleidingen, met veel gedeelde vakken, aldus het adviesrapport. ‘Deze onderlinge verwevenheid maakt het moeilijker om grote structurele innovaties door te voeren die nodig kunnen zijn om opleidingen aan te passen aan wetenschappelijke, technologische en maatschappelijke ontwikkelingen’, valt te lezen. Met minder opleidingen moet het aanpassingsvermogen van die opleidingen verbeteren. Ook zou de interne competitie om dezelfde studenten afnemen.
In het adviesrapport staat in grote lijnen omschreven hoe dat aanpassen van opleidingen de komende jaren zal gaan, vertelt De Ridder. ‘Alle opleidingen zijn verdeeld over vijf zogenoemde subsets, namelijk Biological Sciences; Food Nutrition and Health; Earth and Environmental Sciences; Technology and Engineering; en Sustainable Transitions for Society and Business. Elke opleiding past bij een of meer subsets. We gaan subset voor subset met alle betrokken opleidingen samen verkennen hoe we tot bredere opleidingen kunnen komen. Er komt een stuurgroep om dit proces te begeleiden.’
Niet makkelijk
Het renovatieplan geldt dus niet alleen voor de kleinere opleidingen die worstelen met een lage instroom, stelt De Ridder. ‘We gaan álle opleidingen vragen om mee te denken hoe we tot een kleiner aanbod van (bredere) opleidingen kunnen komen.’ Hij ziet de plannen als ‘een kans voor de universiteit om terug te gaan naar de basis, om onszelf af te vragen wat voor mensen we willen opleiden en waar wij goed in zijn.’ Dat zal geen makkelijk proces zijn, zegt hij. ‘Maar het is wel nodig.’
Het (interne) adviesrapport is hier te lezen via Intranet.