Postdocs krijgen maar zelden vast contract

Vaste aanstellingen voor docenten en ud's wel in de lift.
Van het ene tijdelijke contract naar het andere: bij postdocs is de banencarroussel nog amper verminderd. Foto Shutterstock

Voor postdocs heeft de strijd tegen tijdelijke contracten aan de universiteiten nog weinig opgeleverd: gemiddeld heeft 89 procent een tijdelijk contract. Er zijn flinke verschillen per universiteit. Met 77 procent tijdelijke contracten is de Wageningse situatie iets gunstiger dan gemiddeld.

Volgende week praten de onderhandelaars van universiteiten en vakbonden wederom over een nieuwe cao. Zulke gesprekken gaan de laatste jaren niet alleen over loonsverhogingen, maar ook over de vele tijdelijke contracten. Voor hoogleraren en universitair hoofddocenten maken die gesprekken weinig uit. Zij hebben vrijwel allemaal een vaste baan. Het gaat om de rest van de medewerkers op de academische carrièreladder.

Docenten

Voor de functiegroep universitair docenten hebben de vakbonden en het vorige kabinet flinke vooruitgang geboekt. UD’ers werken minder vaak op een tijdelijk contract: in drie jaar tijd ging het van 30 naar 11 procent. Dezelfde knik is zichtbaar bij de functiegroep docenten (zonder onderzoekstaken). Daar groeide het aandeel tijdelijke contracten naar 61 procent in 2021 en dat is volgens de laatste cijfers gedaald naar 41 procent.

Maar het “overig wetenschappelijk personeel” heeft minder geluk. Daartoe behoren vooral de postdocs die na hun promotie aan de universiteit onderzoek doen. Van hen is 89 procent in tijdelijke dienst. Dat is 12 procentpunt meer dan twintig jaar terug.

Opvallend zijn de verschillen tussen universiteiten, alleen al bij de universitair docenten. Bij Tilburg, Leiden, Delft en de Universiteit van Amsterdam hebben UD’ers vrijwel nooit een tijdelijke aanstelling. Aan de Erasmus Universiteit Rotterdam daarentegen is dat 29 procent.

Het contrast is nog groter bij de docenten zonder onderzoekstaak. In Utrecht heeft 85 procent van hen een tijdelijk contract, tegen slechts 6 procent in Rotterdam. In Wageningen ligt het aandeel op 26 procent.

Ook voor postdocs maakt het uit waar ze werken. Aan de Erasmus Universiteit Rotterdam heeft 66 procent een tijdelijk contract, tegen meer dan 90 procent in Delft, Eindhoven, Groningen, Utrecht en aan de twee Amsterdamse universiteiten UvA en VU. In Wageningen heeft ruim driekwart geen vaste aanstelling: 77 procent.

Onderhandelingen

Komt het lot van de onderzoekers wel ter sprake in de onderhandelingen over een nieuwe cao? Vakbond FNV wil er niets over zeggen, omdat de onderhandelingen in de laatste fase zijn. ‘Het ligt allemaal gevoelig, gezien het geld dat er wel of niet beschikbaar is’, zegt een woordvoeder. ‘We bewaren even radiostilte en hopelijk kunnen we binnenkort vertellen wat eruit is gekomen.’

In de huidige cao staat dat postdocs vaak binnen projecten werken die gefinancierd worden met extern geld. Daarom zou een perspectief op een vaste baan in de wetenschap niet voor de hand liggen. Wel wordt er een studie aangekondigd naar de contractuele positie en loopbaan van postdocs.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.