Het scheikundegebouw op De Dreijen. De organisatie die opkomt voor erfgoed heeft de gemeente Wageningen gevraagd het Scheikundegebouw (uit 1958), het Computechnion (1987) , het Agrotechnion (1990) en gebouw De Valk (1926) voorlopig te beschermen tegen sloop. Op de Dreijen, de voormalige campus van WUR, moeten 550 woningen verrijzen.
De vereniging wil dat de gebouwen de status van gemeentelijk monument krijgen. Totdat die procedure is afgerond, zouden ze onder zogeheten voorbescherming moeten vallen. De aanvraag wordt gesteund door het Cuypersgenootschap, de Historische Vereniging Oud Wageningen en Wageningen Monumentaal.
Auditorium
De gebouwen staan op het terrein dat WUR heeft verkocht aan projectontwikkelaar Gebroeders Blokland. Die wil er samen met de gemeente en een woningcorporatie een nieuwe woonwijk bouwen. Het Computechnion en Agrotechnion zouden volgens de huidige plannen volledig verdwijnen. Van het Scheikundegebouw zou alleen het auditorium behouden blijven. Over De Valk is nog geen besluit genomen.
Het duurzaamste gebouw is een gebouw dat er al staat
Heemschut Gelderland
Volgens Heemschut moet eerst goed worden onderzocht wat de cultuurhistorische waarde van de gebouwen is. In 2022 besloot de gemeenteraad al dat voor drie van de vier gebouwen – het Scheikundegebouw, De Valk en het Agrotechnion – moest worden onderzocht of hergebruik of transformatie mogelijk is. Het is volgens Heemschut niet duidelijk of dat onderzoek is uitgevoerd.
Onnodig
In de verkoopovereenkomst tussen WUR en de ontwikkelaar is niets vastgelegd over het behoud van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen. Dat zei Harold Swartjes, directeur Facilitair Bedrijf van WUR, onlangs in een interview met Resource. Volgens Heemschut is sloop niet alleen zonde, maar vaak ook onnodig. ‘Het duurzaamste gebouw is een gebouw dat er al staat.’
Bijzonder is volgens Heemschut onder meer het Scheikundegebouw, met gevelkunst van Josje van Riemsdijk-Rab. Ook jongere gebouwen als het Computechnion en het Agrotechnion verdienen volgens de organisatie aandacht ‘in een tijd waarin er in Nederland meer waardering komt voor gebouwen uit de periode na 1965’.
Bron De Gelderlander/Bart Eulen
