Biologisch wordt mainstream (ooit)

De biologische landbouw in Nederland groeit, maar is op dit moment nog geen vijf procent van onze voedselproductie. Hoe komt dat? De hoge grondprijzen en de Nederlandse cultuur van goedkoop voedsel zitten groei in de weg, zeggen Wageningse onderzoekers.
Foto: Shutterstock

‘Biologisch wordt mainstream’, stelde de Rabobank begin dit jaar in een marktverkenning. ‘Het biologische segment groeide de afgelopen jaren van niche naar een volwaardige markt waarin ook de grotere foodbedrijven opereren. Zo verdubbelde discounter Lidl in twee jaar tijd het aantal biologische producten in de schappen en biedt Albert Heijn inmiddels ruim duizend biologische alternatieven aan.’ De afzet van biologische voeding groeit met 10 procent per jaar, tegenover 1 procent afzet van de rest van de foodmarkt, stelde de Rabobank.

Vorig jaar waren er 1952 biologische bedrijven, die samen nog geen 5 procent van de Nederlandse voedselconsumptie voor hun rekening namen. Ze beheerden niet meer dan 70.000 hectare (ongeveer 4 procent) van de landbouwgrond, zo bleek uit cijfers van brancheorganisatie Bionext. Ter vergelijking: Spaanse biologische boeren beheren 2,2 miljoen hectare grond.

Qua marktaandeel zit Nederland onder het Europees gemiddelde. Buurlanden als Duitsland (6,8 procent), Frankrijk (6 procent) en België (6,2 procent) hebben verhoudingsgewijs veel meer biologische boeren, laat staan landen als Oostenrijk (23,4 procent) en Zweden (19,2 procent). Waarom stagneert de bio-landbouw in Nederland?

Subsidies

‘Ten eerste: deze cijfers vertekenen de situatie,’ zegt Wijnand Sukkel, onderzoeker Agro-ecologie bij Wageningen Plant Research. ‘In Zuid-Europese landen en bergachtige gebieden is veel marginale en extensief beheerde grond met subsidies omgezet naar biologisch.’ In landen als Italië en Frankrijk, waar de grondprijzen laag zijn, is zo’n subsidie interessant. ‘In Nederland daarentegen zijn er geen subsidies voor biologische productie en is de grondprijs hoog. Nederlandse biologische boeren moeten daarom relatief intensief boeren en bij voorkeur producten telen met een hoge marge’, zegt Sukkel. En daarom produceren – en exporteren – Nederlandse bio-boeren vooral zuivel en groenten, zoals uien en wortelen. Kortom: de hoge grondprijs in Nederland zit de extensieve biologische teelt in de weg.

 Door stimuleringsbeleid nam het aanbod biologische producten sneller toe dan de vraag 

‘Een tweede reden van de trage groei is dat de biologische sector zelf niet snel wil groeien’, vertelt Sukkel. ‘Twintig jaar geleden gaf de Nederlandse overheid nog omschakelsubsidies aan reguliere boeren die wilden overschakelen naar biologisch. Het gevolg van dat stimuleringsbeleid was dat het aanbod aan biologische producten sneller toenam dan de vraag. Daardoor daalden de prijzen zodanig dat de bio-boeren in de problemen kwamen en sommige weer terugschakelden naar reguliere productie.’ Om die reden besloot de Nederlandse overheid in 2004 om geen subsidies meer te geven, maar de afzet van biologische producten te stimuleren met kennisontwikkeling en publiekscampagnes. ‘Geleidelijke groei dient dus de boereninkomens.’

 Geleidelijke groei dient de boereninkomens 

Kant en klaar

Een derde reden van de trage groei ligt bij de Nederlandse consumenten. ‘Nederland heeft een cultuur van goedkoop voedsel’, zegt Sukkel. ‘Wij besteden maar 11 procent van ons inkomen aan voedsel, terwijl dat in andere Europese landen soms wel het dubbele is. Daar komt bij: ondanks de voedselschandalen heeft de Nederlandse consument behoorlijk veel vertrouwen in de gezondheid en veiligheid van gangbaar voedsel.’ En dat maakt de stap naar biologisch voedsel, dat vaak twee keer zo duur is, groot.
‘Vergelijk de Nederlandse situatie eens met de situatie in het zuiden en oosten van Frankrijk’, zegt Katja Logatcheva, marktonderzoeker bij Wageningen Economic Research. ‘In die gebieden produceren kleinschalige boeren voedsel voor regionale keurmerken. Daardoor is er meer productdifferentiatie en zijn de consumenten meer gewend aan duurder regionaal voedsel. In die voedselcultuur is de overgang van regulier naar biologisch minder groot.’

Logatcheva ziet nog twee redenen waarom het aandeel biologisch eten laag is in Nederland. ‘Nederlandse consumenten kiezen graag convenience-voedsel, zoals samengestelde producten en kant-en-klaarmaaltijden. Dat zijn lastige producten om met louter biologische bestanddelen te maken en bovendien is het prijsverschil met gangbare samengestelde producten groot. En verder eten we veel groenten uit kassen. Hoewel veel kasgroenten zonder bestrijdingsmiddelen worden geteeld, zijn het geen biologische producten, want ze worden op steenwol geteeld en niet in de volle grond – een voorwaarde in de biologische sector.’

 Wij eten graag kant-en-klaarmaaltijden en die zijn lastig om met louter bio-producten te maken 

Beter leven

Tot slot zijn er nog marktontwikkelingen die de groei van biologisch vlees en ander voedsel remmen. Sinds zo’n tien jaar verovert het Beter Leven-keurmerk van de Dierenbescherming de markt. Hoe hoger het dierenwelzijn op de boerderij, hoe meer sterren het vlees krijgt. Dit ‘tussensegment’, dat een brug slaat tussen gangbaar en biologisch, is goedkoper dan biologisch. De duurzame keurmerken ‘zetten de prijs voor biologische voeding onder druk’, schrijft de Rabobank.

Verder loopt de groei van de biologische landbouw niet meer uitsluitend via speciaalzaken als Ekoplaza en Odin, maar wint de verkoop via de ‘gewone’ supermarkt terrein. De meeste supermarkten hebben ingezet op een breed biologisch assortiment en ze bieden naast merkproducten inmiddels ook bio-voedsel onder hun eigen huismerklabel aan. Op die manier zetten de supermarkten de prijzen voor biologische producten onder druk.
De gevolgen zijn al zichtbaar. Het prijsverschil tussen biologisch en gangbaar neemt af, concludeerde de Consumentenbond vorig jaar. Vijf jaar geleden betaalde je voor een biologisch product gemiddeld twee keer zoveel dan voor het gangbare alternatief; inmiddels is dat nog 1,75 keer. Verder is de prijsvariatie toegenomen, constateerde de Consumentenbond.

Supermarkten als Dirk en Vomar bieden de goedkoopste bio-voeding, terwijl de natuurwinkels veruit het duurste zijn. De dalende prijzen voor bio-voedsel zijn goed nieuws voor de consument en kunnen ertoe leiden dat de biologische landbouw doorgroeit naar zo’n 10 procent van de markt. Naarmate de biologische markt groeit in de supermarkten, gaat de tucht van de markt steeds meer gelden. Teken aan de wand: de productiegroei in de biologische landbouw vorig jaar kwam vooral door schaalvergroting van bestaande bio-bedrijven. De biologische boeren moeten efficiënter produceren of genoegen nemen met kleinere marges. Ook in dat opzicht wordt biologisch mainstream.

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.