Eén master, vier landen: ‘Deze studie helpt me te groeien als mens’

Veel Wageningse studenten gaan tijdens hun studie wel een (paar) keer naar het buitenland. Maar de studenten van de Europese master Food Studies spannen de kroon. Zij volgen hun onderwijs in vier verschillende landen. Giulia Fusari vindt het geweldig.
Illustratie: Alfred Heikamp

Na een bachelor Food Technology aan de universiteit van Bologna, Italië, kwam Giulia Fusari naar Wageningen voor haar master Food Studies. Na een paar maanden verhuisde ze naar Ierland, en ook daar pakte ze na acht weken haar spullen weer bij elkaar om naar Frankrijk te vertrekken. Op dit moment zit ze in Zweden. Fusari volgt de European Master in Food Studies (EMFS), een internationale master met vakken aan vier Europese universiteiten.

Giulia Fusari: ‘Al dat verhuizen is soms zwaar, maar het is het allemaal waard.’

Waarom geen gewone master Food Techology?

‘Tijdens mijn bachelor in Italië ontdekte ik dat ik in productontwikkeling wil gaan werken. Maar in Bologna worden studenten vooral voorbereid op een academische carrière en zijn er geen goede mogelijkheden voor een lange stage. Toen ontdekte ik EMFS, dat meer labwerk en food law aanbied en waarbij je bovendien meer tijd in een bedrijf aan de slag gaat.’

Hoe bevalt het?

‘Ik ben er erg blij mee. Ik koos EMFS voornamelijk vanwege de lange stage die ik volgend jaar ga lopen bij Mars Nederland, maar daarnaast is deze master ook geweldig voor het leren werken in teamverband. Het begon met een teambuildingweek in augustus 2018. Daar leerden we om onszelf te uiten, naar anderen te luisteren en ieders mening te respecteren. Ook speelden we spelletjes om elkaar te leren kennen. Vervolgens werden we opgedeeld in twee groepen van elf, die de hele master bij elkaar blijven. Beide teams moeten een innovatief product ontwikkelen. Terwijl we dezelfde vakken volgen als gewone studenten levensmiddelentechnologie, zijn we tegelijkertijd bezig met ons groepsproject. In juni 2020 moeten we onze producten presenteren. Teamwork is dus echt een belangrijk onderdeel van de studie. En dat is geweldig, want samenwerken is fundamenteel in een moderne werkomgeving.’

Illustratie: Alfred Heikamp

Is het niet vermoeiend om zo vaak te verhuizen?

‘Ja, EMFS is uitdagend, en soms is het zwaar. Maar het is het allemaal waard. Op elke universiteit waar we zijn geweest, leerden we andere aspecten van levensmiddelentechnologie. Cork was geweldig, ook omdat we de tijd hadden om te reizen en wat meer van Ierland te zien. Parijs was erg druk, omdat we elke dag zes uur college kregen, en daarna nog huiswerk moesten maken én tegelijkertijd aan ons groepsproject moesten werken. Aan de andere kant was het sociale deel daar erg leuk, omdat we elke vrijdagavond uitgingen. We sloten die periode passend af met kaas en wijn. Na een weekje vakantie kwamen we weer bij elkaar. In Zweden ditmaal, klaar voor een nieuwe ervaring.’

Het klinkt als een rollercoaster.

‘Dat is het ook wel een beetje. Ik vond Wageningen de zwaarste periode tot nu toe, omdat ik moest nog moest wennen aan het Engels, en ook aan nieuwe studiemethodes en nieuwe mensen. Maar toen ik na kerstmis m’n spullen aan het pakken was voor Cork, merkte ik dat ik heel veel zin had om met mijn nieuwe vrienden aan dit nieuwe avontuur te beginnen.’

Wat staat er in Zweden op het menu?

‘In Lund hebben we een groepsopdracht gekregen waarbij we de reststromen van plantaardige melk moeten gebruiken om een nieuw product te ontwikkelen. Het lijkt een beetje op ons grote teamproject, alleen dan op kleinere schaal en met twee maanden in plaats van twee jaar de tijd. Mijn groepje werkt aan een fruitspread. Op dit moment zijn we in het lab aan het experimenteren.’

 Op elke universiteit leren we weer andere dingen 

Wat is het belangrijkste dat je tot nu toe hebt geleerd?

‘In Cork moesten twee afgevaardigden van elk team de ideeën presenteren aan “de raad”, een groep vertegenwoordigers van de vier deelnemende universiteiten en elf bedrijven. Ik moest die presentatie geven en dat bezorgde me aardig wat stress. Want toen ik in augustus aan de master begon, was ik best verlegen en onzeker over mijn Engels. Maar het ging goed; ik was heel blij met mezelf na afloop. EMFS helpt me om te groeien als mens door me uit te dagen. Dat krijg je als je 22 gemotiveerde studenten uit de hele wereld bij elkaar zet die samen leren, reizen en hun ups en downs delen.’

EUROPESE MASTER FOOD STUDIES IN EEN NOTENDOP
The European Master in Food Studies (EMFS) is een samenwerking van WUR met de universiteiten Cork (Ierland), Lund (Zweden) en Agro-Paris Tech (Frankrijk) en elf grote bedrijven, waaronder Heineken, Nestlé, Unilever en Mars. Tijdens het eerste jaar krijgen de studenten les aan alle deelnemende universiteiten: van september t/m december in Wageningen, in januari en februari in Cork, in maart en april in Parijs en in mei en juni in Lund. Het tweede jaar lopen ze stage bij één van de industriële partners. Daarnaast werken de studenten twee jaar lang in teamverband aan een innovatief product.

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.